Wij streven er naar om alle fretten uit onze opvang een zo goed mogelijke leefomgeving te bieden.
Daarom informeren wij alle potentiële eigenaren hoe zij een fret een leuke en veilige woonsituatie kunnen bieden. Verder kijken wij naar het gedrag van de fret, en beoordelen of deze een maatje wil of alleen wil zijn.

Dit doen wij met alle ervaring die wij in de afgelopen 20 jaar hebben opgedaan, waarbij wij uitgaan van de reacties van de fret. Sommige fretten hebben een verleden en zijn hun maatje kwijtgeraakt, en willen daar geen “vervanger” voor. Dat respecteren wij. Ook hebben sommige fretten een sterkere bloedverwantschap met de Europese bunzing (bv. “frunzingen”) waardoor samen plaatsen vaak niet gaat. Het is vooral de bloedverwantschap met de steppebunzing die koppelen gemakkelijker maakt. Maar doordat de fret al lang geleden is gedomesticeerd zij de extreme eigenschappen wat afgezwakt; de fret is inmiddels een echt huisdier geworden – sociaal, op zoek naar interactie en gericht op zijn/haar baasjes.

Om die reden maken wij vaak mee dat fretten die worden gekoppeld weer opleven, vrolijker en speelser worden en veel beter in hun vel zitten. Ons beleid is: kijken wat de fret wil, en in de meeste gevallen willen ze met een of meerdere fretten samen leven. Geeft een fret aan dat hij/zij alleen wil zijn dan respecteren we dit gedrag. We zien vaak fretten die samen met een maatje zijn toch veel speelser en gelukkiger. De fret mag bij ons kiezen.

Wij willen gelukkige en gezonde fretten die niet alleen wegkwijnen, of juist gedwongen worden in een groep te leven. Wij respecteren de wens van de individuele fret.